Wandelen is goed voor onze gezondheid, dat weten we. Maar hoe werkt dat dan precies? In de artikelenreeks Wandelen als medicijn zoekt de redactie uit hoe bewegen – en dan in het bijzonder wandelen – een rol kan spelen in preventie, behandeling en revalidatie bij bepaalde aandoeningen en ziektes. Overgewicht en obesitas zijn complexe aandoeningen waarrond nog veel taboes, misvattingen en vooroordelen hangen. Wandelen creëert daarom ruimte voor openhartige gesprekken én is de meest toegankelijke sport voor mensen met gewichtsproblemen.
Tekst: Merel Baetens
Laten we meteen met de deur in huis vallen. Bijna 50 procent van de Belgen heeft overgewicht. Straf! Maar niet al die mensen hebben ook obesitas. Obesitas is een chronische vorm van overgewicht met ernstige lichamelijke en psychische gevolgen. Volgens de wetenschap heeft iemand met een BMI hoger dan 30 obesitas, bij een BMI tussen 25 en 30 gaat het om overgewicht. Maar in de realiteit zijn onze lichamen natuurlijk niet terug te brengen tot een BMI-cijfer. Obesitas is een ziekte en is te wijten aan een samenhang van gedrag, omgeving en genetische factoren.
Obesitas voorkom je in de fase van overgewicht, of ver daarvoor natuurlijk. Volgens endocrinoloog dr. Gerd Vanhaverbeke is het zelfs onze maatschappelijke plicht om iedereen vanaf jonge leeftijd te overtuigen om te bewegen, want hoe zwaarder je bent, hoe moeilijker het wordt om te bewegen. “Voor iemand met obesitas is drie kilometer wandelen al een uitdaging. Tijdens zo’n inspanning kan die persoon net problemen ontwikkelen. Denk maar aan kniepijn, rugklachten en blaren”, zegt dr. Vanhaverbeke. “Iemand met beginnend overgewicht aansporen om actie te ondernemen, is cruciaal”, benadrukt hij. Beweging is het belangrijkste aspect om een vicieuze cirkel van gewichtstoename te doorbreken. Dr. Vanhaverbeke verwijst daarbij naar een opvallend fenomeen: de ponderostaat. Wablief? “Je lichaam streeft altijd naar je hoogste gewicht en zal er alles aan doen om dat te behouden”, legt hij uit. Om te voorkomen dat dat gewicht te hoog wordt, is wandelen ideaal. Dr. Vanhaverbeke verduidelijkt: “De meeste mensen willen bewegen, maar sommigen kunnen het niet meer, omdat het al te laat is.”
Dr. Gerd Vanhaverbeke is endocrinoloog en diabetoloog aan het AZ Groeninge in Kortrijk. Zijn levensmissie is mensen correct informeren over overgewicht en obesitas.
‘Wie te zwaar is, moet minder eten en meer bewegen. Een beetje discipline!’ Maar klopt die opvatting altijd en voor iedereen? Volgens endocrinoloog dr. Vanhaverbeke is het ingewikkelder en moeten we af van het idee dat mensen obesitas krijgen door hun eigen keuzes. “We hebben in onze hersenen een mechanisme van hormonen die ons doen eten en aangeven wanneer we genoeg hebben. Bij mensen met obesitas is die wisselwerking anders ingesteld, er loopt iets mis. Daardoor kennen ze niet genoeg-signaal en moeten ze voortdurend extern opletten”, zegt hij.
Meer weten over obesitas als ziekte? Op www.obesitaskliniekkortrijk.be/blog lees je het volledige artikel.
Volgens het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie zorgt elke dag een halfuur bewegen in je ‘groene zone’ al voor een doorslaggevende impact op je gezondheid. “De groene zone van de meeste mensen met obesitas ligt binnen een zeer lage trainingsintensiteit. Daarom starten we bij hen altijd met wandelen, alvorens we meer intensieve sporten proberen”, zegt dr. Chantal Hindryckx. Waar ligt mijn groene zone? “Op 55-60% van je maximale hartfrequentie”, legt dr. Hindryckx uit. “Als je nog een gesprek kan voeren tijdens je beweegactiviteit, dan zit je goed.” Halfuurtje per dag, makkie! Klopt, al wijst dr. Hindryckx op het volgende: “Een halve dag poetsen in huis is niet hetzelfde. Om de nodige gezondheidsvoordelen te bereiken, is het essentieel dat je 30 minuten onafgebroken aan een zekere intensiteit beweegt.” Dat klinkt als een wandeling.
Dr. Chantal Hindryckx is fysisch geneeskundige aan het AZ Groeninge in Kortrijk. Samen met dr. Vanhaverbeke richtte ze "Slimmer onderweg" op, een beweegprogramma voor mensen met obesitas.
Voor mensen met een zware vorm van obesitas is bewegen niet zonder risico. “Hun lichaam is fysiek volledig uit conditie en hun rug, gewrichten en onderste ledematen zijn vaak overbelast, daarom screenen we in het ziekenhuis eerst de basisconditie. Je kan het vergelijken met een sporter die herstelt van een blessure”, zegt dr. Hindryckx. Liese volgde het groepsprogramma Slimmer onderweg en leerde haar lichaam beter kennen. “Ik wandelde altijd al graag. Een tijdje voor mijn traject in Kortrijk had ik net een grotere tocht gedaan en begon ik nadien te trainen voor de Dodentocht. Maar dat was een verkeerd doel. Ik wou te snel te veel bereiken en kreeg last van mijn enkels”, vertelt ze. “We merken hetzelfde bij mensen met overgewicht die onvoorbereid beginnen hardlopen. Ze krijgen snel blessures door een gebrek aan spiermassa en lichaamscontrole”, zegt dr. Hindryckx. “Voor mensen met overgewicht is wandelen beter dan zware sporten. Overbelasting en de gevolgen daarvan kan hen terug katapulteren naar inactiviteit”, concludeert dr. Vanhaverbeke.
“In het begin van je traject neemt gewichtsverlies veel ruimte in je hoofd. Er is zoveel waar je op moet letten. Gelukkig vermindert dat na een tijdje, omdat je routines creëert”, zegt Liese. Een van Lieses sterkhoudende routines is wandelen. Om dat vol te houden, benadrukt ze het verschil tussen dromen en doelen. “Mijn doel is simpel: blijven wandelen. Daarnaast heb ik een paar wandeldromen zoals een bivak in de Ardennen en de Laugavegur Trail in IJsland, maar ik hecht me er niet aan vast, want dan verlies je gemakkelijk de connectie met je lichaam. Als het niet lukt, komt er ongetwijfeld iets anders in de plaats”, weet ze. Blijven bewegen maakt volhouden minder zwaar. Dr. Vanhaverbeke legt uit: “Als je sport, komen gelukshormonen vrij die de drang naar verzadiging door eten kunnen vervangen. Dat maakt beweging essentieel om alle andere zaken vol te houden.” Liese ervaart hetzelfde in de praktijk: “Af en toe voel ik me nog slecht, maar ik denk dat ik nooit meer zo diep in een vicieuze cirkel zal belanden. Hoe dan ook, ik zal altijd blijven wandelen.”
Drempels zijn soms hoog en wachtlijsten vaak lang. Maar als je je niet goed voelt in je lijf, is het belangrijk dat je snel aan de slag kan. Een Bewegen Op Verwijzing-coach maakt samen met jou een persoonlijk beweegplan. Ga naar je huisarts voor advies of doorverwijzing.