De gloednieuwe Streek-GR Limburgse Mijnen voert je als wandelaar recht door de geschiedenis, natuur en cultuur van de Limburgse Mijnen. De lusvormige wandeling van 179 kilometer kwam er door een samenwerking tussen de toeristische dienst Visit Limburg en Grote Routepaden (GR). De route wil wandelaars onderdompelen in de rijke geschiedenis, het industriële erfgoed en de prachtige natuur van de voormalige Limburgse mijnstreek. Daarmee is de Streek-GR Limburgse Mijnen meteen de eerste thematische meerdaagse langeafstandswandelroute in België. Wij laten je proeven van enkele hoogtepunten van deze GR vol verrassingen.
Tekst & foto's: Johan Lambrechts / Allwrite
De Limburgse mijnen in Vlaanderen kregen jaren nadat ze in de jaren '80 werden gesloten, allemaal een andere bestemming. Opvallend is dat de natuur de voormalige industriële sites voor een groot stuk mocht inpalmen. Een zaligheid voor wandelaars! Een deel van de sites werd ontsloten voor toerisme of recreatie, maar de meeste zijn omgeturnd tot echte natuurgebieden zoals het Nationaal Park Hoge Kempen. Dat geeft de wandelaar kans op een heel pak groene ontdekkingen. De Streek-GR bestaat in totaal uit acht etappes, die je langs de zeven Limburgse mijnsites leiden. Van be-MINE in Beringen tot Terhills in Eisden, van de creatieve mijnsites van Zolder en Genk, langs het historische Kolenspoor tot dennenbossen en heidevlaktes en de prachtige uitzichten vanop de toppen van de terrils. Drie thema's vormen de identiteit van de mijnstreek en ook de basis van de wandeling: natuur, gebouwen en mensen. Zo maak je als wandelaar kennis met de natuurlijke schoonheid van de natuurreservaten, de architecturale pracht van gerestaureerde mijngebouwen en de warme samenleving vol diverse culturen in de mijnwijken. Ontdek onze eigen wandelhoogtepunten van de 8 etappes.
Spoorlopen, geen enkel weldenkend mens die het doet. Maar er is één plek in België waar het wel kan. Op het oude kolenspoor in Limburg dat vertrekt vanuit het gesloten stationnetje van ‘Asch’ (As) is spoorlopen wél toegelaten. Langs dit voormalige Kolenspoor, of spoorlijn 21B, vertrokken de mijnwerkers naar de mijnen van Waterschei, Winterslag en Eisden. Met de sluiting van de mijnen in 1988 verdween ook het treinverkeer. Nu komt hier enkel menselijke energie aan te pas, want het Kolenspoor is al een hele tijd een fiets- en wandelpad. De uitkijktoren aan het station is opgetrokken in de vorm van een boortoren die de eerste Limburgse steenkoolontginning in As in 1901 door André Dumont symboliseert. Hij is 32 meter of 132 trappen hoog, en je hebt er een schitterend uitzicht op het Nationaal Park Hoge Kempen.
Het mooiste uitzicht van Vlaanderen? Dat ligt volgens ons in Terhills bij de mijn van Eisden. Tot 1987 draaide hier de steenkoolmijn nog, nu vormen de terrils en de schachtbokken een groen paradijs vol prachtige panorama’s. Na enkele heidepassages stappen we langs een hekje in de omheining. Een houten trap brengt ons naar de terril, waar de natuur volledig zijn gang kan gaan. Dan volgt een stevig klimmetje met flink wat hoogtemeters. Op een bosweg stijgen we over een afstand van 800 meter zo’n 80 meter de hoogte in. Hijgend wacht ons boven de beloning: een weergaloos panorama vanop de eerste van de Tweelingterrils, die uitzicht biedt op een grote waterplas omzoomd door groen. Dan dalen we weer een stukje naar beneden en volgt de klim naar de top van de tweede terril op 126 meter hoogte. Maar het mooiste panorama ligt nog een eindje verder. Via de nieuwe fiets- en wandelbrug steken we het water van de Grote Plas over en bereiken we de Lange Terril. De vele selfiemakers verraden het al: dit is een van de mooiste pano’s van Vlaanderen, met zicht op heuvels, meren, de Tuinwijk van Eisden en de monumentale Sint-Barbarakerk, ook bekend als mijnkathedraal. Zeker bij zonsondergang waan je je in een filmdecor.
De Mechelse Heide in Maasmechelen vormt een van de 9 toegangspoorten van het Nationaal Park Hoge Kempen. Het beschermde heidegebied grossiert in wandelpaden te midden van een prachtig amalgaam van 700 hectare bos, heide, zandgrond en water. Het levendige natuurgebied vol heuvels en dalen doet het hart van elke natuurliefhebber sneller slaan. Achter elke hoek of bocht wacht wel een hoogteverschil, een weids vergezicht of een adembenemend landschap. Genieten! Bijzonder zijn de dennenbossen, echt typisch voor de provincie Limburg. Honderden jaren geleden telde Limburg vooral heide en maar slechts zelden een bos. Maar toen in 1901 in de provincie steenkool werd ontdekt, nam de bebossing bijzonder snel toe. Bos bracht immers veel meer op dan heide, want om de mijngangen aan te leggen had je reusachtige hoeveelheden hout nodig. Na het bos stap je door heidegebied in een van de grootste heidevlaktes van Vlaanderen. Het landschap kronkelt als nooit tevoren en het vlakke pad maakt plaats voor golvende weggetjes over kleine heuvels. Dit stuk van de Mechelse Heide is het hoogste punt van het hele Nationaal Park Hoge Kempen, op 104 meter boven de zeespiegel. Het natuurgebied herbergt zeldzame dieren zoals de gladde slang en de zadelsprinkhaan. Regelmatig worden hier ook vossen gespot. Vanop een plateau heb je uitzicht op een ongeëvenaard panorama: een glinsterende grote waterplas, het restant van een grote zandgroeve. De Mechelse Heide is een natuurgebied in volle groei. Bepaalde stukken zijn helemaal afgeschermd voor wandelaars, zodat de natuur er zich de volgende jaren volop kan ontwikkelen. Dat moet leiden tot meer biodiversiteit, meer insecten en meer planten.
Tussen Zonhoven en Houthalen-Helchteren vind je het natuurgebied De Teut, dat samen met Ten Haagdoorn met 1.700 hectare het grootste heidegebied van Midden-Limburg vormt. Het natuurreservaat is een bijzondere mix van schilderachtige vijvers en vennen, groene naald- en loofbossen, en uitgestrekte heide en ruige graslanden. Op de droge en arme zandgronden komen unieke planten voor, die dankzij hun kleine blaadjes of naalden weinig water verdampen. Vanop de hoge zandheuvels heb je weidse vergezichten op het landschap. Als je hier gaat wandelen, heb je een beetje het gevoel alsof je in het Vlaanderen van honderd jaar geleden bent beland. Met een beetje verbeelding zie zó je de kerkgangers over de lange zandwegen van het ene dorp naar het andere kuieren.
Ook de mijnterril in Beringen – de best bewaarde mijnsite van Europa – neemt je mee naar het glorierijke verleden van de steenkoolindustrie in Limburg. Op het Kioskplein bewonder je de prestigieuze bediendenwoningen uit het interbellum en bezoek je het park van de mijndirecteur en het mijnmuseum. Tegelijk krijg je een blik op de toekomst. Wat vroeger een terril of een afvalberg was, wordt nu langzaam een gigantisch natuurgebied met heuvels, bosjes en open plekken. Langs een zeer steil pad en via trappen, een touwenparcours, klimconstructies en kruiptunnels klim je naar de top van de Kleine Terril, een echte avonturenberg. Langs een draaihek beland je in het beschermde natuurgebied, waar Scottish Blackface-schapen helpen bij het beheer. En dan wacht het hoogtepunt: de klim naar de Grote Terril op 135 meter hoogte, met alweer een prachtig 360° panorama als beloning.
Bij de langeafstandswandeling Streek-GR Limburgse Mijnen hoort een mooi uitgegeven wandelgids die opnieuw de drie thema's natuur-gebouwen-mensen volgt en de 8 etappes tot in detail beschrijft. Bij elke etappe krijg je trajectkaarten, gedetailleerde routebeschrijvingen en heel veel info en boeiende verhalen over alle bezienswaardigheden op je pad. De route is bewegwijzerd met geel-rode markeringen en wordt onderhouden door vrijwilligers van Grote Routepaden.