Wandelen op de groene Azoren: weelderig woud, spectaculaire kliffen en verbluffende vulkaankraters


De ongerepte Azoren in de Atlantische Oceaan spreken enorm tot de verbeelding. Onze reporter verkende te voet het adembenemende decor van weelderig woud, spectaculaire kliffen, verbluffende vulkaankraters en natuurlijke warmwaterbronnen. Lees mee en droom weg bij de pracht van de archipel in de Atlantische Oceaan.
Tekst & foto’s: Johan Lambrechts/Allwrite
Beginnen doen we met een gouden tip: neem je beste regenjas en een goed paar waterdichte schoenen mee als je op de Azoren gaat wandelen. De eilandarchipel met negen bewoonde diepgroene eilanden is niet voor niets berucht omwille van z’n vier seizoenen in één dag. Het weer verandert er om de haverklap, zodat je een wandeldag kunt beginnen in de mist en eindigen met een lekker namiddagzonnetje. Maar laat dat je zeker niet tegenhouden. Precies die vochtigheid is de reden waarom je in dit subtropische klimaat zo’n uitbundige hoeveelheden groen vindt, en wonderlijke wouden en meren die zo uit de verre tropen lijken te komen. Op de Azoren vind je meer dan 60 veilige wandelroutes met verschillende moeilijkheidsgraden (gemakkelijk, middelmatig, moeilijk). Het eiland is zowel geschikt voor rustige wandelaars als voor echte adrenalinehikers. Je kunt ook het hele jaar door wandelen bij zachte temperaturen. In de zomer word je getrakteerd op een invasie van bloemenkleuren en -geuren. In het voor- en najaar is er nog meer groen en zorgt de mist soms voor bijzonder mystieke taferelen en landschappen. En dat gewoon in een stukje Europa, op 1.400 kilometer van Lissabon!
Het overgrote deel van de toeristen die de Azoren aandoet, beperkt zich tot één eiland: São Miguel, het grootste eiland waar ook alle internationale vluchten landen. Ook al lijkt dat op het eerste gezicht jammer omdat er nog acht andere eilanden zijn, ik snap de keuze wel. De negen bewoonde eilanden liggen soms wel honderden kilometers uit elkaar en je moet altijd een binnenlandse vlucht nemen wil je er snel geraken. Op een week tijd is één of twee eilanden op je lijstje dus zeker genoeg. Bovendien is São Miguel alles in één: supergevarieerd, met een resem highlights en ideaal om op korte tijd een goed beeld te krijgen van dit unieke paradijs. Van kratermeren tot theeplantages, van warmwaterbronnen tot een resem dagwandelingen: op São Miguel vind je het allemaal. Om te beginnen bezwijk je zeker voor de charmes van hoofdstad Ponta Delgada. Het zachte avondlicht legt er een laagje weemoed over de granieten barokkerken. De wat vervallen historische gebouwen nemen je mee naar de tijd toen dit een van de belangrijkste tussenstops op weg naar de Nieuwe Wereld was.
De bijnaam van São Miguel spreekt boekdelen: Ilha Verde, het groene eiland, omwille van het zeer vruchtbare binnenland. Maar ook op de rest van de eilandengroep is de grootste troefkaart de uitbundige natuur, die je absoluut te voet kan verkennen. De Azoren zijn een echt wandelparadijs, doorsneden door tientallen en tientallen routes. De mooiste zijn de Azores Trails, een netwerk van goed gemarkeerde en veilige wandelpaden, die uitgestippeld en onderhouden worden door de regionale overheid. Eeuwenlang was de zee de makkelijkste manier om je op een eiland van de ene plek naar de andere te begeven. Veel paden waren er niet, enkel voetwegen die de eilanders gebruikten voor hun dagelijkse verplaatsingen, al of niet in het gezelschap van lastdieren. Precies dat eeuwenoude netwerk van trage wegen is nu in ere hersteld en vormt het gros van het wandelroutenetwerk. Bijna alle wandelpaden doen uitzonderlijke landschappen aan en verbinden alle uithoeken van de eilanden met elkaar. Je wandelt dus zowel aan zee als in de bergen. Technisch moeilijk zijn de paadjes niet. Het landschap is hooguit heuvelachtig, al vereisen sommige vulkanen of de steile kustpaden toch een uitstekende conditie. Tijdens je wandelingen merk je hoe authentiek het eiland nog is. Op de ene wandeling kom je terecht in een dorpsprocessie, op een andere stoot je op twee wijnbouwers die je uitnodigen van hun zelf gebottelde wijn te proeven.
De 12 kilometer lange PR4 SMI – Mata do Canário is de topwandelroute op het eiland São Miguel en brengt je via het westelijk gelegen Sete Cidades naar enkele iconische uitzichten. We trekken stevige schoenen aan en stappen rond een van de postkaartplaatjes: het Lagoa Azul, het blauwe meer. Vanop het uitzichtpunt op de 845 meter hoge Pico da Cruz kijken we neer op dat andere majestueuze meer: het Lagoa Verde of het groene meer, dat naadloos in het blauwe overloopt. Een andere korte wandeling voert ons naar het meer van Congro. Twintig minuten lang wandelen we er naar beneden door een rijkelijk begroeide vulkaankrater in een bijzonder sfeervol woud. Torenhoge Japanse ceders, statige eucalyptusbomen en Australisch cheesewood geven het bos een mysterieuze glans. Dan belanden we bij het spiegelgladde meer zelf: een oase van rust en stilte, badend in het tropengroen. Nog een stop waard is de Caldeira Velha, een krater in het meest vulkanische gebied in het midden van het eiland, waar je ook de hoogste bergtop (947 meter) vindt. Wat een junglegevoel! Het pad loopt langs de heuvelflank van de vulkaankrater en is volledig begroeid met metershoge woudreuzen. Aan het eind ligt een kleine waterval, die opgewarmd wordt door een geothermische bron en dan met een temperatuur van 35°C in een natuurlijk zwembad belandt.
Nog zo’n plek waar je kunt zien wat voor subliem natuurfenomeen een vulkanisch eiland met lichte vulkanische activiteit wel is, ligt in Furnas. Als we aankomen in het dorp, komt de stank van rotte eieren ons tegemoet. Uit verschillende fumarolen [red. openingen in de vulkaanwand] in de Caldeira Grande walmt hete stoom. Het kokende water bubbelt en bruist, en zwaveldamp waait alle kanten uit. Dit is het decor voor de unieke cozido das Furnas. Zeg maar: een stoofpot met zeven soorten vlees, zoete aardappel en boerenkool, die elke dag in de vulkanische ondergrond wordt bereid. ’s Middags komen twee mannen aanlopen die eerst een laagje aarde wegscheppen en dan de kokende pot met staven optillen. Maar liefst 6,5 uur heeft het gerecht kunnen garen, bij een temperatuur van 60°C. Het resultaat is om duimen en vingers bij af te likken! Een andere aanrader in Furnas is de botanische tuin Parque Terra Nostra, aangelegd door de tuiniers van de Britse Kew Gardens. Kleurrijke bromelia’s en camelia’s leiden je naar intieme hoekjes, lange ginkgo-dreven en bloemenpracht uit de hele wereld. Midden in dat weergaloze decor ligt een natuurlijk thermaal bad, aangelegd in 1783. We halen onze zwemkledij tevoorschijn en badderen meer dan een halfuur in warm bronwater van 35°C dat rood kleurt van het ijzererts. Héérlijk.
Omdat we tijdens onze wandelweek nog een ander eiland willen zien, nemen we een vlucht naar São Jorge, met zijn 60 kilometer het meest langgerekte eiland van de archipel. Dat gaat makkelijk via SATA Air Açores, dat dagelijks tussen alle eilanden vliegt. São Jorge is de Azoren op z’n avontuurlijkst. Het eiland grossiert in magistrale panorama’s op zee. De ene ruige klif wedijvert met de volgende spectaculaire kustlijn en overal lopen wandelroutes om al dat moois te bewonderen. Typisch voor het eiland zijn de fajã’s, vulkanische kustplateaus uit basalt of lava waar vroeger de schapen in de winter een plekje vonden, maar die nu verlaten zijn. Wii kiezen voor de 10 km lange Serra do Topo (PR01SJ), die naar de Caldeira do Santo Christo en vandaar naar de Fajã dos Cubres loopt. Als we dit schitterende kustplateau bereiken, zien we beneden aan het strand de golven wild tegen de rotsen beuken. Op een andere plek contrasteert het appelblauwzeegroene water fel met een zwarte basaltrots en het gele mos dat erop groeit. Op zo’n landschap raak je nooit uitgekeken, toch?
Dit artikel verscheen in het wandel.be magazine, editie maart 2025. Als lid van Wandelsport Vlaanderen vzw ontvang je gratis dit driemaandelijks magazine. Meer weten over het wandel.be magazine? Klik op onderstaande knop.